schuilhutje Tsielekjåkk – Vuonatjviken/ 50 km + 600 hm
Na zo’n hoogtepunt als gisteravond, kan het haast niet anders of ergens moet zich een dieptepunt aandienen. De ochtend verloopt nog prima, heerlijk, weids, bergen dichtbij. Bosbessen onderweg, ‘multe’ (kruipende braam) nu ook in grote getale en eindelijk een veldje waar ze al wel rijp zijn!
Maar er is een verloop in mindset zo over de dag. Richting de middag verschuift het gevoel van wat-ben-ik-lekker-onderweg naar iets dofs, iets mechanisch waarbij je wel beweegt maar zonder innerlijke drive. Absoluut het soort state of mind om te vermijden maar toch ontkom je er niet aan. Niet bij zoiets. Het was al een wonder dat het zo lang uitbleef.
Het regent, er staat een koude noordwester. Ik ren alles, behalve uphill, maar het is alsof ik nergens aankom. Dat komt natuurlijk omdat ik vandaag een afstand van 50 km bos, moeras en berg te overbruggen heb zonder ook maar iets ertussen behalve bruggen. Op zich genoeg reden om juist blij te zijn – zoveel wilde natuur, waanzinnig. En dan kruis ik op km 20 ook nog eens het oude spoor van Frank en mij bij de brug over de Pite-elva die we gevaren hebben. En dan weet ik ook heus dat er niets te zeuren valt, allemaal zelf gekozen. Bovendien geen eens spierpijn.
Toch ben ik doodmoe, op km 20, en dan moet ik er nog 30. Slaapmoe. Mentaalmoe. Getallen krijgen hier een andere dimensie dan mijn trainingsrondjes thuis. Omdat je totaal niet meer uit kunt gaan van zoveel minuut de kilometer. Vaak genoeg kom ik op lastig be-ren-bare stukken uit op een wandeltempo terwijl ik verre van wandel. Dat is niet te bevatten. Dat voelt vandaag vooral frustrerend.
Niet te geloven, geen stap is gelijk. En door de regen zijn de stenen glad (korstmos) en dus mag ik er niet meer op maar moet ertussen landen. Berken, wilgenstruiken, stenen, modder en moeras. Alles lijkt op elkaar. Ik kan niet meer denken. Moet ik ook niet doen want het is vandaag toch niet erg positief. Loop stil en somber. Eindeloos. Ik zou willen liggen, tussen de bosbessen, en slapen. Ben zo moe.
Maar dat kan niet. Het regent en is veel te koud. Bovendien had ik met deze dagen een ander doel.
In het Samigehucht Vuonatjviken (alleen bereikbaar over water, via de Kungsleden of via de lucht – er staan pakweg tien Zweeds-rood geverfde huisjes waarvan er vier als vakantiehuisje bedoeld zijn)
tref ik een – laat ik het netjes zeggen – niet zo sympathiek heerschap. Niet eens omdat hij geen zin heeft me over te zetten (er kampeert al iemand bij de rand van het meer die morgenochtend over gaat, daar kan ik me bij aansluiten) maar omdat hij me even later weg jaagt bij een wc gebouwtje dat blijkbaar voor de vakantiehuisjes is – maar er is geen mens in die huisjes en ook stikt het met twee mensen niet van de kampeerders. Ik had er even in de warmte op de pot willen zitten om – jawel – dit blog te schrijven. Nu doe ik dat bij nul graden zittend in mn bivakzak (steeds allerlei tikfouten te verbeteren).
Wat zal ik morgen opgelucht zijn als ik mn laatste bootoversteek gehad heb…
Trouwens, afgezien van de kou: wat is het ongehoord lekker om onder mn kleine afdakje in de slaapzak/bivakzak rechtop te zitten (in de wetenschap dat je zo gaat slapen)… Het regent niet meer, de hemel is open getrokken. Ik sta tussen wat berken vlakbij het water. Ik hoor raven. Ik moet lachen om mezelf. Zit ik hier nu weer gewoon keihard te genieten? Wat is een mens toch een onvoorstelbaar flexibel wezen. Af en toe.
Laat een reactie achter
Velden met een * zijn verplicht
Wat is het leven onvoorspelbaar heh Jolanda. En wat fijn dat je toch weer kunt genieten na deze wat sombere moeizame uren. Ga dus weer lekker genieten, wij genieten weer met je mee! groetjes en succes!