Velden met een * zijn verplicht
- Over mij
- Jolanda’s blog
- De reizen in foto’s
- Outdoorfilms
- Boeken
- Multimediapresentaties
- Wildernis-fotografie-reizen
- Contact
Canadese kano’s zijn scrupuleuze scheidsrechters. Dé manier om een relatie te testen. Niet dat ik daar benieuwd naar was. Al aardig wat rivieren samen met Frank gevaren en zelfs een paar met husky Herschel erbij. Maar andersom werkt het ook. In de kano zijn we in balans en ieders aanwezigheid maakt de ander sterker.Het water spat op. Heel soms in een korte stroomversnelling, vaker in de regen. Kleine kringels. Golfjes. Schuim. Bellen. Water bepaalt nu al een maand onze reis. Zoveel variatie. Zoveel vormen. Spiegels. Ribbels. Wild. Kalm. Groenlanders schijnen wel twintig woorden voor soorten sneeuw te kennen – wij leren die deze dagen voor water.
De rivier stroomt na Sarttá via grote watervallen (en gesjouw) uit in het lager gelegen Guddujávrre, wat na een korte heerlijke spettergolfpassage overgaat in het Vilddosavon. De wildwaterpassage die nu zou volgen is helaas veel te stenig (te weinig water) dus dat wordt een keertje extra sjouwen om in het Vilddo meertje uit te komen.
Met de rivier mee komen we lager en oostelijker. De eerste sparren zijn gespot. De echt hoge bergen liggen achter ons. Lagere rotsen en groen beboste heuvels zonder sneeuw vormen nu ons uitzicht. En eindelijk zijn we zolang onderweg dat de bessen rijp zijn! Handenvol hjortron (kruipende braam) en bosbes vandaag tijdens het portageren geplukt!
De Piteälv heeft een hoog wildernisgehalte met zijn gebrek aan wegen, dorpjes, internetbereik. Met sporen van wolf, beer, eland en lynx. (Ja én rendier, maar dat is hier feitelijk geen wild). In zekere zin ervaren we voor een groot deel wat Elsa 90 jaar geleden op haar kanoreis doorleefde. Maar de afgelopen dagen, sinds Miehkak, bekruipt me het gevoel dat Elsa’s ‘wildernis’ verdwenen is. Want anders dan die sporen van vroeger, zijn dit sporen van verderf. De Piteälv is populair geworden. Vooral bij vissers. Compleet met motorbootjes. In huisjes (voorbij Miehkak’s stroomversnelling) of per tent, zomaar afgezet voor een weekje op ineens heel veel plekken langs de oevers (waar bootjes soms al permanent gestald zijn). Per heli of watervliegtuig. Die de afgelopen twee dagen om de paar uur over kwam. Rond die kampen een kaalslag aan boom en brandhout plus een overdosis aan lege bierblikjes, ander afval en uitwerpselen. Ik weet die details, helaas, omdat deze kampen steeds bij zware stroomversnellingen staan waar wij overdragen. Nogal een brutale oprekking van het begrip ‘allemansrecht’ dat van oorsprong bedoeld is voor wie op eigen kracht door de natuur trekt.
Het is misschien raar, maar dat verandert mijn gevoel. Ik zie dezelfde zon, hetzelfde blauwe schemerlicht, dezelfde waterrimpels. Ik hoor nog altijd de goudplevier en ik proef de frissigzoete smaak van rijpe hjortron. Maar voor mij hoort bij friluftsliv ook een zekere mate van leegte. Én de beleving van ergens op eigen kracht komen. Dat je dát deelt met de paar anderen die je tegenkomt. En daarom voelt het anders als ik me ineens ‘omringd’ weet door commerciële viskampen die in en uit getaxi’t worden.
Velden met een * zijn verplicht