Dag 25 – Cumbria Way & ander onherbergzaams

Vandaag volg ik de Cumbria Way die me langs de wilde leegte tussen Blencathra en Great Calva leidt, noordwaarts richting Carlisle. Hier in de onbewoonde fells ontspringt River Caldew en haar loop volg ik deze hele dag (circa 50 km) tot waar ze, pal noord van Carlisle, uitmondt in River Eden. Benedenstrooms, vanmiddag buiten de bergen, is de Caldew strak getrokken, ingedamd en van stuwen voorzien. Maar vanmorgen, tussen de verlaten fells, stroomt de rivier ongetemd, uitbundig. Een zilveren kronkellijn temidden van massieve aardbonken. Dit soort plekken zijn magisch en het valt me op hoeveel Groot-Brittannië daar eigenlijk van heeft – ondanks alle bewoning en bebouwing.

De historicus Wallace Stegner pleitte in een brief aan de regering voor het belang van onherbergzame gebieden, die brief, daterend uit 1960, werd bekend als ‘The wilderness letter’. “We hebben”, zo pleitte hij, “deze gebieden nodig omdat ze ons herinneren aan een wereld die zich verder uitstrekt dan het menselijke. Wanneer mensen deze landschappen ervaren kan het hun een gevoel geven van iets wat groter is dan zijzelf. Als alle onherbergzame streken verloren gaan, krijgen we nooit meer de kans onszelf afzonderlijk in deze wereld te zien, als onderdeel van een omgeving die bestaat uit bomen, gesteenten en grond, als broeder van de andere dieren, als onderdeel van de natuurlijke wereld en in staat om daar deel van uit te maken.” Volgens Stegner was de waarde van zo’n gebied oneindig veel meer dan het resultaat van een kosten-baten analyse van de recreatieve waarde, het economische belang, de mineralen en de bodemschatten.

Vanmorgen voelt mijn reis als een ode aan (ver)wilde(rde) natuur. De talloze regenbuien, de forse wind en de zeldzame zonnestraal tussendoor, ze maken mijn beleving des te intenser.

Laat een reactie achter

Velden met een * zijn verplicht