Alweer een kleine week terug in Nederland, druk met allerlei zaken rond boek en theaterlezingen van ‘Niet de race maar de reis’, maar geregeld dwalen mijn gedachten terug naar de woestijn. Rechts een bakkie, links een boekenstapel, recht vooruit een beeldscherm met oplichtende mailtjes – maar eigenlijk zie ik niks, proef ik niks – ik ben weer even terug in de Sahara en droom voor me uit over dat onwaarschijnlijk mooie landschap. Elke dag was anders: zandbergen, vlaktes, rivierbeddingen, oases, lemen hutten, rotsige tafelbergen, duinen. En over dat alles lag soms een groenige waas want dit keer was de woestijn dankzij een nat voorseizoen vol bloemen en planten. De Marathon des Sables is ongehoord zwaar en deze editie met zijn 92 km long-stage, zijn bulderende wind en vele rulle passages hield zijn naam hoog – maar een mens blijkt veel aan te kunnen met de juiste voorbereiding. Ik trainde voor een podiumplek (gezien mijn eerdere 2e plek bij de vrouwen en een overall top 30 klassering niet ongegrond) maar het liep anders – vanaf de tweede dag maakte ik een 180 graden mindshift, de race werd alsnog een reis en het doel de wedstrijd naar beste kunnen uit te zien lopen. Dat ik die mentale kracht had, zie ik als mijn groeimoment. Het heeft de hele week in een fantastisch perspectief gezet. Het leerde me het ‘nu’ volledig te aanvaarden en er ten volle van te genieten. Van het hardlopen als sport, van de woestijn en zeker ook van de bijzondere kameraadschap van bepaalde deelnemers. Daar in de woestijn is het alsof je middenin de wereld staat en toch voel je je er tegelijk prettig ver van verwijderd. Het was daarom een editie met een gouden randje.
Laat een reactie achter
Velden met een * zijn verplicht
Dat schakelen en loslaten van wedstrijd naar reis kunnen alleen grote runners in hart en nieren. Ik hoop dat je er nog meer over schrijft. Proficiat met je fysieke en mentale prestatie.
Groetjes,
Dorothé