Geluk is een werkwoord

Sponsors: Bergans  |  Visit Sweden

Tegen 22 uur van onze tweede wachtdag bij Sädvaluspen (we hebben dan net 1,5 uur geslapen) horen we de wind niet langer door ‘onze’ berken gieren en dus staan we op om niet veel later de volbepakte Wideblom het meer in te schuiven. Niet dat het lekker rustig is. Zwarte bergen aan weerszijden, onrustig rollende golven met af en toe nog een breker. Maar de hemel is helder en we zijn van windkracht 6/7 eindelijk terug naar 3/4. Tegen, voor de duidelijkheid. Op spiegels hoeven we hier echt niet te gaan wachten…

We ronden Långudden onder de rechteroever (maar niet te dicht op de kant vanwege de golfreflectie). En dan barst de hel los. De wind trekt aan, veegt als een bezem over het meer. Binnen no-time zwellen de golven aan tot 1,5 meter, klimmend met de kanopunt omhoog, over de top met een steunslag, rám met een klap het volgende dal in en dan véél te snel alweer omhoog naar de volgende top. Zo zwart. Ik wist niet dat water zo zwart kon zijn. Zo heftig. Té heftig. We zitten verdorie wel in een open kano. Met een hond aan boord (die het verbazend goed doet met zijn brede huskypoten weidbeens balancerend en zijn stoere natte koppie stevig tegen de rug van mijn zwemvest gedrukt). En al onze spullen (zij het uiteraard vastgebonden). Dit is me te veel. Niet normaal. Alsof we op zee zitten! Ik wil naar de kant! Weg!

Herschel schudt zich trillend uit op de oever van het baaitje waar we met veel precisie ingeschoten zijn. Frank kijkt bedenkelijk. “Dit is een trekgat, als we hierdoorheen komen, is de kans groot dat het beter wordt.” Van schrik hoef ik geen snack. Ik snap dat – als we ooit dit meer over willen – dit soort grollen blijkbaar inclusief zijn. Maar wéér die vreselijke golven in?! Onmogelijk. “Oké,” fluister ik meer tegen mezelf dan tegen Frank. “Laten we verder gaan.”

De eerstvolgende 10 rollercoasters zit ik uit. Ik zet op het juiste moment mijn peddel over de golftop, we houden de kanopunt onder de gewenste hoek, ik steun en leun. Ik weet dat ik niets fout doe maar die eerste tien grote golven zijn een verzoeking. Gekmakende wind om mijn oren. Zwart water dus, met schuim soms. Geklap van de kano. De zoveelste bak spetters over me heen. Dodelijk terrein. Ik hoor hier niet. Maar naar het land kijken, waar ik mijn voeten stevig neer kan zetten, waar ik thuis ben, naar het land kijken durf ik niet. Al mijn aandacht gaat naar die eerste tien.

Gek. Wat na die tien volgt is misschien niet minder, niet lager, maar best acceptabel. Waarvoor ik doodsbang ben gebeurt niet. We varen gewoon door. Best goed ook eigenlijk. Ik hoor meeuwen boven de wind uit. En ik hoor nog iets anders. Ben ik dat? Làch ik? Er zit zo’n lekker ritme in deze golven. Het land schuift traag voorbij. Het land! Ik kijk heel eventjes. Maak zelfs wat foto’s (van inmiddels rustigere rollers). We kruipen voort. Het Sädvvájávrre is zo groot en wij zo heel erg klein. Maar we zijn in beweging. En hoe! Bij elke volgende golf die ons kleine bootje optilt, voel ik het vertrouwen groeien. Ik voel geen moeie spieren. Alles is aandacht, is souplesse, is samenspel.

Drie uur later ben ik leeg. Meer nog dan Frank, sta ik in een pauzebaaitje op mijn benen te wankelen van de slaap. We slapen die nacht slechts vijf uurtjes. Om 06.00 uur peddelen we alweer verder het meer over, westwaarts, naar wat ooit toch echt een keer het eind van dit (niet al te mooie) stuwmeer moet zijn. Een stevige windkracht 4 blaast in ons gezicht. Rollers, brekers, reflectiegolven – vandaag niet de loepzuivere merelstem van Kari Bremnes maar eerder de rauwe rasp van Bruce die de song of the paddle dicteert. En wat is ook dit een allemachtig mooi geluid. Het regent. Maar ik zie de oevers – trager dan ooit – voorbijschuiven. Ik ruik de kampvuurachtige teerlucht van ons bootje. Eindeloze peddelslag. Ver voorover buigen, pal tegen de wind. Dit bikkelen is samenzijn in de meest pure vorm.

Als we de kritieke oversteek van een baai van 2 km achter de rug hebben, houden we een langere break. Beiden zijn we koud en rillerig van het urenlange regentegenwind -peddelen, ondanks waterdichte kanobroek en regenjack. Maar een vuur is hier in nog geen twintig tellen gemaakt.

Die heerlijke warmte op mijn gezicht. Mijn wittig natte handen rond een mok koffie. Frank naast me, Herschel aan de andere kant. En voor de zoveelste keer besef ik dat geluk een werkwoord is. Zo is het goed, zo wil ik het: bikkelen dient geen ander doel dan beseffen dat je een mazzelvogel bent. Ik moet eerst een beetje onderuit gaan, afzien zelfs. Me niet maar half inzetten. Dat werkt niet. Me voor de volle 200% geven. Dàn pas weet ik zeker dat ik het met beide handen vast zal grijpen – mócht het zich voordoen: dat kortstondige maar o zo verslavende momentje van geluk.

14 Comments on Geluk is een werkwoord

  • Fredy en Jan Roeleveld zegt:
    8 juli 2016 om 21:40 uur

    Jolanda,

    Hoe lang doet een uitgever er over om een prachtig manuscript om te zetten in een inspirerend en spannend boek? Als je al deze fabuleus mooie en diepe teksten bundelt in een boek “Scandinavië op z’n wildst” en het komt op de markt zo rond de start van je gelijknamige theatertournee, dan kun je er zó 1.000 verkopen na afloop van je presentaties. Zal ik Luiting-Sijthoff vast bellen voor je…?

    Wij kijken uit naar het vervolg!

    Beantwoorden

    • Jolanda Linschooten zegt:
      8 juli 2016 om 21:54 uur

      Hm. Geloof nooit dat een/de uitgever het ziet zitten. Maar je zet me wel aan het denken. Eens zien (als ik terug ben) of het misschien desnoods een optie is om anders in eigen beheer te doen. Mét foto’s én aquarels?!… Maar allereerst: DANKJEWEL!!!!

      Beantwoorden

  • Sander van de Ruit zegt:
    8 juli 2016 om 21:47 uur

    Prachtig geschreven!!! wat een avontuur, wat zullen jullie genieten…

    Beantwoorden

  • Hans zegt:
    9 juli 2016 om 06:36 uur

    Als ik het zo lees kan het zo maar zijn dat Tom Brandt een avontuur beleefd in Lapland of zou er op dat gebied niets te beleven zijn? Misschien wel met de mijnwerkzaamhedenperikelen daar. Wat muziek betreft zou je eens naar Jarŋŋa kunnen luisteren. Die past volgens mij geweldig bij jullie tocht.

    Beantwoorden

    • Jolanda Linschooten zegt:
      9 juli 2016 om 07:55 uur

      Hoi Hans, wie weet, Tom Brandt is geloof ik net ‘klaar’ op IJsland… Superbedankt voor de muziektip. Klinkt inderdaad perfekt, erg bedankt, ga ik wrs gebruiken!!! Groet, Jolanda

      Beantwoorden

  • Katinka zegt:
    9 juli 2016 om 13:55 uur

    Zo als de golven rollen, zo lees ik voort:-)
    Dank je wel!
    Kus voor jullie drietjes.

    Beantwoorden

  • Kat zegt:
    9 juli 2016 om 14:23 uur

    In diepe omhelzing!!

    Beantwoorden

  • Joeri zegt:
    9 juli 2016 om 14:37 uur

    Inderdaad heel mooi. Ik vraag me ook af of je het andere weleens hebt laten gebeuren: dat je opgeeft en niet dat geluksmoment hebt kunnen grijpen. En of je dan achteraf spijt hebt. De Alpenbewoners zeggen het zo mooi: der Weg ist das Ziel. Maar wat als die weg je steeds meer tegen begint te staan?
    Mensen die een (en al helemaal meerdere) Marathons des Sables achter de kiezen hebben, kan ik alleen maar mijn pet voor afnemen en een diepe buiging maken. Maar wanneer weet je wanneer je maar beter op kunt geven?

    Beantwoorden

    • Jolanda Linschooten zegt:
      9 juli 2016 om 15:29 uur

      Ja Joeri, dat is zeker ook voorgekomen, juist daarom kan ik dit soort ( ook voor mij) unieke momenten zo waarderen. Mijn solotocht door arctisch Canada met Herschel bv, daar besloot ik om te keren. Later tijdens een andere wintertocht hier nietver vandaan, ook alleen met Herschel, eveneens. Ik heb geleidelijk geleerd hoe het verschil voelt tussen fysiek afzien en geestelijk afzien. Ik moet een duidelijk doel hebben, dat belangrijk genoeg vinden, er moet geen fysiek gevaar zijn. Als ik ‘alleen maar’ fysiek op ben, weet ik dat doorzetten de manier is. Omdat mijn hart zeg maar nog open staat voor dat doel. Soms bleek onderweg dat doel te hoog gesteld. Of simpelweg vanwege allerlei oorzaken niet haalbaar. Dat leerde me heel veel. Over mijzelf. Over een volgende keer. Opgeven is voor mij altijd een optie. Ik heb een beetje een hekel aan slogans die het tegendeel beweren. Luisteren naar je hart, dat lijkt me waarom je buiten bent. Als je hart ‘nee’ zegt is daar – hoe pijnlijk soms ook – een keiharde reden voor die waar is voor jou. Daar. Op dat moment. Dat vereist minstens zoveel kracht als doorzetten. Ik denk dat beide kanten – opgeven en doorzetten – bij ‘friluftsliv’ horen. Pas als je beiden accepteren en beleven kunt, ben je naar mijn mening wat sommigen een ‘expert’ noemen. Ik beschouw opgeven daarom niet als een mislukking, maar als een beproefde kans voor een volgende keer.

      Beantwoorden

  • Joeri zegt:
    9 juli 2016 om 22:10 uur

    Dank je wel! Ik kan inmiddels ook uit ervaring zeggen dat het ontbreken van een duidelijk doel niet bevordelijk is. Dank voor je wijze woorden!

    Beantwoorden

  • Phil zegt:
    10 juli 2016 om 19:20 uur

    Wat een fantastisch verhaal. Het lange wachten en het besluit nemen om de oversteek te maken heeft voor jullie goed uitgepakt. Het deed mijn denken aan onze tocht in Rogen (Zweden) jaren geleden waarin wij de oversteek hebben moeten uitstellen en de volgende dag in de vroege uurtjes toen de wind wat afnam de oversteek hebben gemaakt. In andere tochten hebben we een oversteek bewust niet gedaan. Uiteindelijk gaat het om de reis. De komende maanden gaan wij in Noorwegen een aantal rivieren varen in onze Ally, ik ben benieuwd. Jullie inspiratie nemen wij mee op onze reis.

    Groet,

    Saskia en Phil

    Beantwoorden

Laat een reactie achter

Velden met een * zijn verplicht