Alle tijd?!

Sponsors: Bergans  |  Visit Sweden

Afgelopen nacht is het niet stil gevallen, maar misschien straks in de eerste helft van de ochtend? Zo zitten we al om 06.00 uur aan de pap. Mocht de onverminderd onstuimige wind straks gaan liggen, staan wij startklaar aan de waterkant. Naarmate de ochtend verstrijkt, verschuiven we het vertrekplan naar de middag. De windvoorspelling is gunstig maar in de praktijk blijft Sädvvájávrre een hardnekkig tochtgat. De tweede wachtdag. Opnieuw uitzitten. Er is hier feitelijk nog geen seconde zonder schuimkoppen geweest.

Naarmate de middag verstrijkt, verschuiven we het mogelijke vertrek naar vanavond, vannacht. De tijd verstrijkt – als er alle tijd is – vreemd uitgerekt. Er zijn veel momenten waarop dat zalig is. Een ongekende luxe. Vuur stoken. Mooie drijfhoutjes zoeken. Van stenen een zin leggen. Wolken timelapsen, tekenen, Zweeds lezen of met Herschel spelen. Maar tussendoor, zomaar ineens, slaat een lichte wanhoop toe. Wat als dit nog een week aanhoudt? Moeten we eten gaan rantsoeneren? Redden we op deze manier de hele tocht wel? En frappant, met dit soort vragen verdwijnt het grote genieten. Daarvoor is simpelweg ineens geen ruimte meer.

“Tijd ervaren we in de verveling, niet in tijdverdrijf. Dus wie wil begrijpen wat tijd is, kan zich in eerste instantie beter niet tot de fysica, maar tot de ervaring van de verveling wenden”, schrijft Safranski in ‘Hoe tijd en mens elkaar beïnvloeden’. Weet ik nu beter wat tijd is? Of moet ik me misschien eerst nog meer gaan vervelen?

Liever laat ik al die vragen los. Liever focus ik me op het kleine, het mooie, dat wat dichtbij is en tastbaar. Liever struin ik nog wat langer langs de vloedlijn. Want zoals een goede vriend me ooit zei: “who knows what the tide will bring in”.

Laat een reactie achter

Velden met een * zijn verplicht