Donker betekent niet persé gebrek aan licht. Heerlijk hoopvol, deze constatering. Net als die onmetelijke ruimte boven ons hoofd. In deze rare tijd van leven waarin Trumps tot president en Poetins tot afgod gekozen worden is mijn honger aan relativiteit groot. Minstens zo groot als de zon, op zijn beurt weer een miljoen keer groter dan onze aarde. Weten dat diezelfde zon ook maar een speldenprikje in de kosmos is – kijk, dát bedoel ik met relativiteit. Daar heb ik Einstein nu even niet bij nodig. Maar mag ik je verleiden om nog even mee te duizelen? Bijvoorbeeld bij je eerstvolgende heldere sterrenhemel. Stel alle lampen zijn gedoofd en het is écht pikdonker – bedenk dan even dat we pakweg 5000 sterren kunnen zien. Een hele hoop, inderdaad. Maar slechts 0,0001% van wat allemaal in ons ‘eigen’ sterrenstelsel de Melkweg aan sterren rondhangt. Sorry, we zijn er nog niet. Want die Melkweg van ons – we kunnen ons geen voorstelling van zijn ware grootte maken – is slechts een zandkorrel in de meer dan 100 miljard sterrenstelsels die we vandaag de nacht met onze moderne telescopen kunnen waarnemen. Laat staan wat we over tien jaar ontdekken…
De ware getallen kunnen me gestolen worden. De exacte hoeveelheden ook. Mij gaat het om het duizelen zelf. Want het mag raar klinken: ik word daar rustig van. Omdat er zoveel meer is dan ons geneuzel, geworstel en geploeter. Omdat al dat tere nachtelijke licht er élke nacht weer is. Om elke keer opnieuw een doorkijkje te geven naar ik-weet-niet-wat-precies. Da’s ook zoiets. Hoe meer je je verdiept in sterrenkunde, hoe meer je ontdekt hoe weinig je weet. Kan het mooier?! Zou dit misschien in een nieuwe wet vastgelegd kunnen worden? Namelijk dat alle wereldleiders en populaire praatjesmakers, groot en klein, per direct verplicht een cursus sterrenkunde volgen?
Genoeg stof voor een nieuwe reis. Omhoog naar boven de poolcirkel, omhoog de bergen in tussen Tromsø en Alta, omhoog met mijn blik naar het firmament maar met beide benen stevig op mijn ski’s en de bevroren grond. Op zoek naar de roots van de nacht. Met de focus op het noorderlicht. Op Kristian Birkeland, de Noorse visionair die meer dan een eeuw geleden ‘pas’ ontdekte dat die groene waaiers met de zon te maken hebben. Op de wetenschappelijke kant ervan zowel als op de meer mythische kant. Ik ga natuurkundigen van de uni van Tromsø spreken, werkers bij de EISCAT telescopen, maar ook hoop ik de meer magische kijk van de Sami vast te leggen. En zelf onderdompelen. Door in het holst van de nacht te skiën. Naar Alta (met als klap op de vuurpijl eindigend boven op de heilige berg Haldde waar Birkeland in 1899 zijn noorderlichtobservatorium bouwde). Recht onder de ovaal van noorderlicht die als een afgeplatte ring rond de beide polen van de aarde te vinden is. Aurora Polaris was de titel van Birkeland’s boek over zijn onderneming (The Norwegian Aurora Polaris Expedition – 1902/1903). Ik kon dan ook geen betere naam voor mijn bescheiden reis in zijn voetspoor bedenken.
Reizen stemt – net als sterrenkunde – tot ontnuchterende relativering. Het poollicht danst ook zonder publiek en wij, die een oogwenk geleden pas op het podium verschenen, begonnen weliswaar direct de dingen naar onze hand te zetten met alle allemachtig mooie en ook onwaarschijnlijk domme gevolgen vandien – maar het poollicht danst door, onafhankelijk van ons gerommel in de coulissen.
Als de sterrenkunde ons iets leert, dan is het wel dat de natuur altijd het laatste woord heeft.
Laat een reactie achter
Velden met een * zijn verplicht
Beste Jolanda,
Mooi relativerend stukje tekst. Erg fijn in deze barre tijd. Wat mij betreft leert iedereen op school meer over sterrenkunde. Leert ons om meer nederig te zijn. Orion aan de hemel op een heldere nacht: je vergeet zo makkelijk om te kijken.
Toen jullie laatst in Houten waren hoorde ik al van Frank dat je vanaf Tromsø naar het noorden gaat trekken. Ik hoop stiekem dat dit weer een audiopresentatie gaat worden. Ik ben erg verliefd op het noorderlicht. Ik heb de mazzel dat ik het al een aantal keren heb mogen zien.
Ik hoop dat jij vaak toeschouwer mag zijn van het dansende noorderlicht en dat het vele kleuren mag aannemen! Goede reis.
Astrid de Roos