Aurora

  • 25 januari 2014

Vanmorgen begroet ik het Oosterlicht (alhoewel de zon hier boven de Poolcirkel eigenlijk in het zuidoosten opkomt), aarzelend verdringt Aurora de noordelijke duisternis, schoorvoetend bijna, zo langzaam gaat het. Vuur boven het vasteland van Noorwegen, alsof de boel daar in de hens staat. Toch zijn we over het Oosterlicht een stuk nuchterder dan over het Noorderlicht. Altijd al geweest. Het zit al in de naam verborgen: Aurora was de Griekse godin van de dageraad – punt. We laten ons niet gek maken: dat is gewoon de zon en die komt op. Elke dag. Overal.

Maar naar verklaringen voor dat steeds veranderende, mysterieuze Noorderlicht hebben we eeuwenlang gezocht. Vaak vertelden de ‘antwoorden’ vooral het verhaal van de vertellers: dansende zielen van voorvaderen, overleden husky’s rennend met zilveren harnassen, bruggen naar de hemel, zelfs elektrische slangen of een verafgelegen vuren werden als verklaring gegeven. Ook al hebben we de ruimte inmiddels gevuld met onze satellieten vol meetinstrumenten waarmee we kunnen voorspellen of er zonnewind in aantocht is en hoeveel (uitgedrukt in Bz-waarden), over blijft nog genoeg wat we niet weten. Het grillige bewegingspatroon, de exacte tijdstippen van verschijning, de geluiden die Aurora Borealis misschien wel – misschien niet maakt. Opnieuw zit het in de naam verborgen: Aurora alleen volstaat niet langer, Borealis moet erbij gehaald, geen god maar een grillige Noordenwind.

Het is mooi dat we veel niet weten. Zo blijf je gretig. Later vandaag heb ik een afspraak met Rob Stammes en Therese van Nieuwenhoven, twee Nederlanders die sinds 2007 hier op de Lofoten het Polarlightcenter runnen. Zij delen hun passie én enorme kennis (Rob was elektronisch-instrumentenmaker bij Rijkszee- en Luchtvaartinstrumenten in Den Helder, hier in Laukvik bouwt hij op die ervaring verder, letterlijk, want Stammes ontwikkelt zijn eigen meet-apparatuur alleen nu allemaal gericht op het poollicht) en ik ben reuze benieuwd naar hun verhaal.

Dat we veel niet weten, heeft nog een ander voordeel. Want alleen zo blijf je namelijk in staat om verwondering te voelen. Ook voor Aurora, dat doodgewone maar altijd weer ontroerende Oosterlicht. Hier sta ik in de snijdende vislucht – want hoewel deze hangrekken pas in april vol stokvis raken, blijft de geur het alomtegenwoordige parfum van de Lofoten – en voel me oneindig blij en dankbaar.

Laat een reactie achter

Velden met een * zijn verplicht