Jökulsárgljúfur

Vandaag ging alles zoals je het zou dromen… Een strakblauwe hemel en een fantastische route. Dit wordt zeer waarschijnlijk ook een artikel voor Op Pad en het leuke is dat een trektocht als deze laat zien dat er op IJsland ook voor nog-niet-zo-doorgewinterde wandelaars hele gave dingen te doen zijn. Qua navigatie, paden en terrein is dit absoluut een eenvoudige trekking. Maar zo mooi, zo mooi… Het canyon zelf natuurlijk, 25 km kloof door gletsjerwater geduldig uitgeslepen, daar word je blij en stil van. Maar ook de verrassende hoeveelheid groen. Dwergberken natuurlijk, maar ook wilgenroosje, ooievaarsbek, gele walstro en bosbessen, ja echt, ik heb ze onderweg steeds geplukt.

Dan is er ineens een chaos aan grillige rotsen en doemen knalrode hellingen op: Raudhólar en Hljodaklettar zijn overblijfselen van een vulkaanspleet die parallel aan de rivierkloof uitbarstte en daarna vrolijk mee geërodeerd werden. Basaltformaties alom. Je weet gewoon niet waar je kijken moet, zo mooi.

Vol van dit alles, wandel ik een beetje schuchter de camping op in Vesturdalur: als het daar maar niet te druk is… (In het Nationaal Park Vatnajökull waartoe alles behoort wat ik tot nog toe gelopen heb deze periode op IJsland, een park zo groot dat het bijna een kwart van IJsland beslaat, mag je namelijk nergens meer wildkamperen… Helaas heeft IJsland hierin geen voorbeeld aan Noorwegen genomen, waar allang zo’n outdoorcultuur heerstte dat toen de nationale parken kwamen, er niet automatisch ook een verbod op wildkamperen kwam… Begrijpelijk overigens, hoor, dat natuur beschermd moet worden – alleen waar beschermen al snel verbieden wordt, gaat iets essentieels verloren).

Het was vandaag onderweg overal verbazend aangenaam rustig en om dan je avonduren bij je tentje in andermans geschreeuw haring aan haring door te moeten brengen… Brrrr. Maar nee, een fantastisch veldje omzoomd met berken, hier en daar een klein trekkerstentje, met elk pakweg een voetbalveld ertussen aan ruimte…

Ik zit naast de Akto in het avondzonnetje, blote voeten in het gras, kokend water onderweg op de Jetboil… En ik denk nog even terug aan mijn sneeuwveldje in het lavagruis bij Askja, bij stormachtige wind en harde regen. Dat was natuurlijk zo illegaal als wat. Maar soms kunnen de omstandigheden je dwingen tot een bivak. Dat heb je nou eenmaal in de bergen. Volgens mij is het dan ook onveilig om zonder dit soort uitrusting een ruig gebied als Askja te doorkruisen.

Het verschil met hier en nu is levensgroot. Toch zijn het juist de contrasten die het leven boeiend maken. Van alleen maar zonnige grasweitjes leer je niks. Maar ehh, wat ben ik blij dat dit nu eens wel de makkelijke en vooral uitermate-aantrekkelijke kant van het contrast is…

Laat een reactie achter

Velden met een * zijn verplicht