Mooi zo’n start van dit prachtige avontuur. Ik wens je heel veel succes en plezier.
- Over mij
- Jolanda’s blog
- De reizen in foto’s
- Outdoorfilms
- Boeken
- Multimediapresentaties
- Wildernis-fotografie-reizen
- Contact
Dag 1. Akersloot-Kiel per auto…
Dag 2. Vandaag m’n eerste rij-dag door een vooralsnog lichtbesneeuwd Zweden, traject Göteborg – Stockholm. Daar gaan de gehuurde spijkerbanden eronder. Klaar voor de lange reis noordwaarts.
Dag 3. De wegen worden stiller, smaller en besneeuwder. De uren daglicht worden minder, de schemering langer. Maar 1 ding blijft overal (in Scandinavië) gelijk: een bakkie met kaneelbol bij de Circle K…! Traject Stockholm- Umeå.
Dag 4 van de lange autoreis noordwaarts. Traject Umeå – Keninmaa (Finland). In het donker rijden, gecombineerd met harde wind en vallende sneeuw is ongeveer het gevoel van die rare eerste foto bij dit bericht. Je moet je waanzinnig concentreren terwijl je het gevoel hebt te zweven tussen hemel en aarde. Ik ben achter een vrachtwagen aan gaan plakken, dat was m’n houvast, want zònder was er werkelijk geen verschil tussen onder en boven meer te zien. Dat zie je allemaal niet op die foto want die nemen had prioriteit nul komma nul. Tot het moment dat ik de vrachtwagen-gids kreeg!
Na aankomst in Finland, net voorbij Haparanda en Tornio, bij m’n volgende ‘tussenstop’, ben ik min of meer direct een stuk gaan rennen en daarvan is de andere foto. Nog net het staartje schemertijd. Ik móet echt even buiten zijn, bewegen, de kou inademen, na zo’n autodag!
Dag 5. Nog altijd de voorfase! Vandaag rijd ik door een sprookje. Dikbesneeuwde dennen, urenlange rozeblauwe poolschemering en daarbij de volle maan. Oh, de wetenschap dat ik hier straks wekenlang doorheen ga lopen… Het is nog wat onwerkelijk, dat idee, omdat erlangs rijden en er vanuit auto- & hotelramen naar kijken zo compleet anders is. Dan blijft het decor, je maakt er geen deel van uit, er is geen echte verbinding. En precies dat is wat ik wil. Daar geef ik straks graag m’n douches, zachte bedden en verwarmde kamers voor op. Ik las hierover een treffend citaat in ‘North to the night’ (zie foto).
Straks, maar nu nog niet! Vandaag noordwaarts door Finland naar Inari gereden. En daarmee is een nieuw deel van de voorbereiding gestart: het ‘uitventen’ van mijn voedseldepots. Hier in Inari laat ik een grote doos achter (met vnl eten voor ruim 13 dgn).
Raar (en spannend) dat ik hier in Inari straks in februari lopend aan zal komen vanuit het Noorse Kautokeino, na ruim 3 weken arctische wildernis… Om vervolgens verder oostwaarts over het grote Inari-meer te trekken. Het is groot en ver en lang, alles. Dus houd ik mezelf de wijze woorden van een beroemde thrillerauteur/avonturier uit Akersloot voor: “Je moet het gewoon per dag bekijken!”
Dag 6. Traject (per auto) Inari-Angeli-Inari. Vandaag blijf ik in Inari, dwz, ik hoef alleen ‘even’ 60 km heen en weer over een weggetje dat voornamelijk door rendieren begaan blijkt. Wat een zegen om nu al geen haast meer te hebben en de dieren tijd te geven de besneeuwde berm in te stappen – iets wat ze bepaald niet met enthousiasme doen. De temperatuur is inmiddels redelijk arctisch geworden.
Dan rijd ik Angeli binnen, een gehucht van een handvol huizen aan de Fins/Noorse grens. Omdat dit Sámi-land bij uitstek is, oefen ik op de heenweg mijn openingszin voor als ik zometeen bij het eerste-het-beste-huis zal aankloppen.
“Buorre beaivvi, mu namma lea Jolanda, humat go don dárogiela?” (Goedendag, ik ben Jolanda, spreekt u ook Noors?). Want de kans dat ik in het Noors kon vragen of ik hier een depotje met proviand mocht bewaren, leek me aanzienlijk groter dan in het Samisch…
Na een rondje in en om het (eerste het beste) huisje, hoor of zie ik niemand, alhoewel er wel twee auto’s en een sneeuwscooter staan. Dus loop ik nog wat rond de schuren, al goeiemorgen-op-z’n-Samisch roepend. En ja, er gaat een hand omhoog, in een met berkjes afgezette omheining waarbinnen een tiental rendieren rustig scharrelt.
Ze spreekt gelukkig Noors, en Engels, een schat van een vrouw, ze straalt rust en tevredenheid uit temidden van haar dieren. Ze heeft aan mijn openingszin plus een paar toegevoegde woorden genoeg. Resoluut knikt ze, opent het hekje van de omheining, nodigt gelijk een paar jonge kalfjes uit mee te gaan en beent voor me uit naar een schuur. Daar overhandig ik haar een vooraf geschreven briefje met mijn gegevens, wanneer ik tijdens m’n tocht van Kautokeino naar Kirkenes denk hierlangs te komen. Plus een uit noord-Holland meegebrachte (en inmiddels kogelhard bevroren) grote ronde boerenkaas, bij wijze van dankjewel-gebaar.
“Zet hierbinnen maar neer, en wat koud moet blijven mag ook in de vrieskist. Mocht ik er eind januari niet zijn, dan hangt hier de sleutel.” Waarop ze me de plek wijst en terwijl ze weer naar haar rendieren loopt, laat ze mij in haar schuur achter om er mijn proviand in te zetten. Wat een allemachtig heerlijk vertrouwen. “Ollu giitu!” roep ik ten afscheid. Ik ben blij dat ik deze Samische woorden machtig ben. ‘Heel veel dank’.
Terug in Inari, bezoek ik Siida, het Samische museum. Waar ik de voorganger tegenkom van mijn eigen slee die ik straks door de sneeuw ga trekken. En waar ik lees over ‘birget’, het Samische begrip voor survival. “Rather than a desperate struggle or being a victim”, lees ik “it describes a preparedness for adapting to unfavourable changes (in ones life)…If you intend to survive in nature you must not be hasty.”
Ik hou van dit idee. Survival niet als begrip voor als je eigenlijk onbedoeld bijna dood bent en uit weerstand handelt, maar eerder als een positieve mindset om het leven te léven.
Dag 7. Traject Inari-Kirkenes. Vandaag gereden door en langs het landschap waar ik straks doorheen zal trekken, althans, net ten noorden ervan maar dat ziet er min of meer gelijk uit… De weg is verlaten (op de rendieren na) en het licht zo eindeloos mooi…
Dit is ‘dálvi’, Samisch voor de diepe winter, de poolnachttijd. De zon komt helemaal niet boven de horizon, doet ‘ie al sinds eind november niet meer. Dus nergens rechtstreeks zonlicht, nergens harde schaduwen. En anders dan je zou denken, is het dus helemaal niet zo pikdonker. Dwz, tussen circa 10 en 14 uur niet. Dan schemert het namelijk en omdat het landschap wit is, is het dan eigenlijk verrassend licht. Van een schoonheid waarbij elk woord afbreuk doet aan het serene ervan.
Kijkend door de autoruit krijg ik de kriebels. ik weet dat deze voorfase essentieel is om mentaal te landen, me voor te bereiden en cruciaal qua logistiek van de tocht… Maar oh, ik word gèk! Het is zo mooi, zo tastbaar dichtbij. Maar door die auto blijft het een decorlandschap. Toch is juist dit ongeduldgevoel nu goed, besef ik. Zo werk ik langzaam toe naar de echte start van mijn reis.
Naar datgene waarvoor ik kwam. Want alleen door op eigen kracht in de poolnatuur onderweg te zijn, langzaam, met alle ups en downs vandien, alleen zo verdwijnt dat decorgevoel. Alleen zo, door echt deelgenoot te zijn, erin op te gaan, kan die ‘diermodus’ ontstaan.
Vanavond, hier in Kirkenes, ben ik op het eindpunt van mijn daadwerkelijke skitocht van straks. Hoe zal ik me dan voelen, na afloop? Zal ik hier ook werkelijk aankomen? Of zal het anders lopen? Er zijn altijd zoveel vragen. Het doet er niet toe. Ik laat ze maar voorbijwaaien, die vragen. Ik ben nú bezig om aan een mooi antwoord te werken. En dat is genoeg.
Dag 8. Traject Kirkenes-Øvre Påsvik. Vandaag maar een klein stukje rijden: naar Vaggetem, een handvol huizen in de uiterste punt van de Noorse ‘blindedarm’ tussen Finland en Rusland in. Daar, bij Camping Øvre Påsvik, heb ik een blokhutje gereserveerd. Dat vind ik wel zo aardig, ik wil hen tenslotte om een gunst vragen: of ik straks de doos die nu nog voor de deur staat, hier mag afgeven. Het 3e en laatste depot. Als ik hier later aankom, dan zal het zo tegen de 38e tochtdag lopen… Een onwerkelijk idee nog, nu, op dit moment!
Dag 9. Een lange en vermoeiende rit over uitgestorven smalle wegen. Van de Påsvik vallei in Noorwegen via Finland naar het Noorse Karasjok. Van donker tot weer donker (4 uur later) in de auto… Bijzonder om nu op bekend terrein te zijn! (Hier in Karasjok was ik eerder oa om een vergadering in het Samisch parlement bij te wonen, toen ik voor National Geographic een reportage maakte. Vandaag het laatste ritje, naar Kautokeino. Dan ben ik op het eindpunt van de autovoorfase en daar start dan overmorgen m’n eigenlijke échte reis… Het is spannend en mooi tegelijk. Dat is het altijd als je weet dat je huis en haard achterlaat en de wildernis in trekt. Alleen. Zonder hutten, winkels of wegen.
Dag 10. Gearriveerd in Kautokeino, eindbestemming van de auto, startplek van de skitour! Nog even wat laatste dingetjes geregeld.
De weg verlaten, warme huizen de rug toekeren: het is – zelfs al kies je er bewust voor – nooit gemakkelijk. Maar gemak is een waardeloze richtlijn, misleidend en verblindend. Ik verlaat de weg, omdat ik intense – én eenvoudige in de zin van authentieke/pure – natuurbeleving zoek. In zijn ‘Outdoor Survival Handbook’ verwoordt Ray Mears het beter dan ik zelf kan:
Dag 11. Bijna tijd voor vertrek. Vandaag geniet ik nog even van een ‘lanterfant-bijvet’ dagje. Da’s wel veelzeggend: vroeger was ik meteen na aankomst, de volgende dag vertrokken, nu geniet ik gewoon eerst nog even bewust van de overgang tussen de ene reis (de auto-voorfase) en de andere (de skitour). Vanaf morgen reis ik offline. (De enige die ik locatie-updates stuur, is Frank; via de Garmin Inreach kunnen we ook korte tekstberichten uitwisselen.) Het voelt essentieel om verder bewust offline te zijn, daarbuiten. Want er gaat veel energie en aandacht mee verloren.
Mooi zo’n start van dit prachtige avontuur. Ik wens je heel veel succes en plezier.
Wat heerlijk om mee te lezen met jouw belevenissen. Geniet ervan!
Weer een heel mooi avontuur,geniet ervan dat mensen dit ondernemen (zelf net terug van Antarctica)….geniet ervan,ik lees er graag over je nieuwe avontuur 👍🏻
Velden met een * zijn verplicht
Hoi Jolanda, wat een prachtig, levendig verslag, nú al, alsof ik meerij op de passagiersstoel 🙂. Dus ik kijk uit naar het vervolg, als je avontuur écht een avontuur wordt … geniet! Hartelijke groet, Ron