Norway Galaxy

  • 27 januari 2014

Vannacht – mijn laatste voorlopig in het hoge noorden – zoek ik de donksterste (weinig strooilicht van huizen, straten of auto’s) plek op die ik vlakbij Svolvaer maar weet te vinden. Dat wordt opnieuw onder Kvanndalstinden bij Kalle, het scheelt echt als je er overdag de boel al verkend hebt. Het is min 7 als ik er om pakweg 21.30 uur ben, met mijn dikke Baffin poollaarzen (indertijd tijdens ‘Into the white’ voor een habbekrats in het supermarktje van Fort McPherson gekocht!) en gehuld in een Bergansdonsje is dat een temperatuur van Likmevestje (zoals mijn oma zou zeggen).

Met andere woorden: ik ben er klaar voor. Laat maar komen die lasershow! Voorspeld is er weinig, dat moet gezegd. Mijn nieuwste app, de Solar Monitor Pro (gevonden via poollicht.info) is bijna een miniatuur van de fantastische meetkamer van Rob Stammes. Niet dat ik alles begrijp, maar ik merk wel dat ik er steeds meer over wil lezen, boeken verslind, sites afspeur en – helemaal intrigerend – satellietbeelden bekijk van de zon die dan zojuist een vurige toverwolk het heelal ingeslingerd heeft. Hier dan staan met toch dat sprankje hoop is waar het om gaat. Ondanks die lage intensiteit heb ik namelijk al wel 2 sms-jes op zak van eerder vanavond van het PLC (met de melding dat alleen vlak boven de noordelijke horizon een vage boog te zien was – iets wat je wél bij Laukvik ziet maar niet bij Svolvaer vanwege een hoog oprijzend gebergte ertussen). En ja, dan kun je maar beter buiten staan voor als het toch ineens even oplaait. Want alle metingen ten spijt, er gebeuren altijd onverwachte dingen aan de hemel. Wat dat betreft, lijkt het leven eigenlijk best aardig op de hemel…

Het is hier trouwens onwerkelijk mooi, ook zonder noorderlicht. Die sterren boven mijn hoofd die fonkelen mij zo hun diepte binnen, wat dat betreft mag het noorderlicht nog wel even wegblijven. Je gaat steeds meer zien daarboven en oohh, wat weet ik weinig! Begrijp me goed, dat is heel erg fijn gevoel. Het maakt me op een aangename manier klein en nietig in die grote wereld en juist doordat er zoveel overblijft om te ontdekken, sta ik dit met open mond te ervaren.

Alle schoonheid en verwondering ten spijt – twee uur later ben ik zo slaperig dat ik gewoon keihard naar bed wil. Hup, terug naar de auto en naar Svolvaer. Het is mooi geweest.

Laat een reactie achter

Velden met een * zijn verplicht