“Level 3”

  • 26 januari 2014

“Piep, piep”. Ik laat zowat nooit ‘s nachts mijn telefoon aan staan, maar na mijn bezoek aan Laukvik natuurlijk wel. Het scherm licht felwit op: “Hello, activity enough on my instruments for visible NL. Level 3. But too many clouds this evening. Gr. Rob. PLC.”

Hmm, wolken! Verder slapen! Maar dat ligt toch ineens verrekte ongemakkelijk. Wetend dat het daar ver boven je hoofd ergens danst en swingt. Hoe bewolkt zou het eigenlijk zijn? Svolvaer ligt tenslotte toch een stukje van Laukvik vandaan. Misschien net onder een wolkengat? Toevallig? Hup, dekbed openslaan, gordijn opzij, raam open, hoofd naar buiten. Felle lampen, verder niks te zien. Maar wat mijn oog niet ziet, ziet de sensor misschien wel. Dus schuif ik de camera met 30 sec. belichting in het raamkozijn, niet voor de plaat van mijn leven maar wel voor wat ik weten wil: mijn eigen objectieve meetinstrumentje. Ja hoor, een groene zweem en vage sterren die tussen een sluier van wolken oplichten. Oké. Aankleden en wegwezen. Niet te ver dit keer, vlakbij de luchthaven, had ik overdag al een mogelijk geschikte locatie gespot.

Nog geen kwartier later parkeer ik de auto en wandel in het licht van mijn felle hoofdlamp naar de oever van het meertje. Een enkele rode lamp voor de landingsbaan van Svolvaer, verder niks dan besneeuwde bergen en ijsschotsen. Die spooky groen oplichten in een onwerkelijk groene wereld. Dit heb ik nog nooit gezien. Er is geen lichtbaan, er zijn geen flitsen of lamellen, nee, de hele hemel en alles wat hier beneden om me heen wit is, licht groen op. Alsof ik onder water ben. Dit is onaards. (zie foto op facebook) Ik maak wat foto’s en besluit dan af te wachten op wat al dan niet komen gaat. Dat kan ik iedereen aanraden die zichzelf het noorderlicht belooft: ga daar liggen, op de sneeuw, in die stilte, en staar omhoog. Wacht, lig en kijk. Niks al zoveel. Maar als er wél wat komt…

In die twee uur dat ik er was, lichtte het misschien vier keer eventjes een minuutje op. Maar wat een spektakel dan ineens. Het ging zo snel, het was zo anders, ik kon het nauwelijks volgen met mijn ogen. Die snelheid. Die felheid. Onbeschrijflijk. Elke foto blijft een zwakke afspiegeling. De werkelijkheid van het noorderlicht is nog net zo betoverend als het al die eeuwen is geweest en al weten we dankzij de Noor Kristian Birkeland inmiddels dat het geen overleden zielen zijn maar dat de zon ons met deeltjes bombardeert, waarbij overigens nogal wat zaken samen moeten vallen wil het écht tot noorderlicht komen, die extra kennis maakt het eigenlijk alleen nog maar mooier. Zoals met planten. Als je geen enkele naam kent, zie je mooie vormen en kleuren. Leuk. Fijn. Prima. Maar als je de een van de ander kunt onderscheiden, zie je ineens nog zoveel meer.

Laat een reactie achter

Velden met een * zijn verplicht