Glimmen in de regen

Vannacht, in de tent in Arnarstapi, wilde ik er even uit om te plassen, dat wil zeggen, ik wilde niet maar ik móest. De druppels roffelden voor zover ik wist, al de hele nacht op het tentdoek. Eenmaal wakker, moet je dan nog nodiger. Nietsvermoedend stapte ik zo in een paar centimeter water. De voortent was een meertje geworden, het hele veldje waar ik stond bleek min of meer ondergelopen. Gewoon hemelwater, er was geen rivier in de buurt. Maar de binnentent was kurkdroog (hoera voor Hilleberg) en – zo redeneerde ik – dat zou hij dus nog wel een paar uurtjes blijven.

Vanmorgen toch maar vrij vroeg alles ingepakt…

In de regen eerst nog even naar de kust. Bij Hellnar heb je een bijzondere kiezelbaai, Ba₫stófa. Vulkaanbrokken, rivierstenen, alles ligt hier door en naast elkaar, in de loop der tijd allemaal even glad geslepen, te glimmen in de regen. Zou het mij ooit lukken zo te kunnen glimmen in de regen? Het is toch vooral lastig, al die natte spullen, het verminderde zicht, het bijhouden van aantekeningen onderweg, het toenemende gevoel van algeheel onbehagen.

Oké, niet zeuren, dit is IJsland, all part of the game. Wie hier al zolang woonde, kon vast beter glimmen. Ik zie die kiezels voor me en besluit de volgende dagtocht te gaan maken, no matter what. De krater van Eldborg, een juweeltje onder de kraters. Daarna, aan het eind van de dag, is er vast wel weer een camping te vinden waar het ook regent… Kan ik mooi oefenen met glimmen!

Laat een reactie achter

Velden met een * zijn verplicht